Wanneer kinderen iets zoets eten, maken hun hersenen dopamine aan. Dat geeft een kort, blij gevoel en een snelle energieboost. Maar dit effect zakt snel weg, waardoor kinderen vaak al snel zin krijgen in nog iets zoets. Zo ontstaat een klein cirkeltje: “meer graag!”.
Kinderen moeten vaak 10 tot 15 keer proeven voordat ze gewend zijn aan een nieuwe smaak. Daarom is het goed groenten en fruit steeds opnieuw aan te bieden, zonder druk. Kleine porties werken het best: liever twee keer een beetje opscheppen dan één groot bord dat afschrikt. Een slokje drinken helpt soms om het eten makkelijker weg te krijgen.
Beter is het kinderen niet met toetjes te belonen, omdat dit eten tot een middel maakt in plaats van een doel, spanning kan geven en kinderen minder goed naar hun eigen lichaam laat luisteren. In plaats daarvan kun je de focus beter leggen op samen eten en proeven, zonder enige druk. Stimuleer nieuwsgierigheid en plezier, zodat kinderen op een speelse manier nieuwe smaken ontdekken. Bovendien helpt het om ze actief te betrekken in de keuken, zodat koken en proeven een leuk en leerzaam avontuur wordt.