Nieuwe situaties zorgen bij kinderen soms voor verwarring. Bij baby’s komt daarbij dat ze ook nog niet begrijpen dat hun ouders terug komen als ze weg gaan. Al met al kan het voor de meeste kinderen heel spannend zijn. Het duurt even voordat alles vertrouwd en voorspelbaar is. Zodra de situatie veilig aanvoelt en kinderen zich op hun gemak voelen, kunnen ze zich op andere dingen gaan richten en zich verder gaan ontwikkelen.
Kinderen passen zich gelukkig snel aan nieuwe situaties aan. Ze zijn hierin flexibeler dan volwassenen. Al snel is een nieuwe situatie “het nieuwe normaal”.
Wennen aan een nieuw normaal kan voor kinderen in fases gaan. Soms lijkt het alsof kinderen helemaal gewend zijn, maar krijgen ze later toch ineens moeite met het naar de opvang of naar school gaan.
Dit zie je bijvoorbeeld ook als kinderen een paar weken niet zijn geweest vanwege de vakantie. In de vakantie ontstaat een nieuwe standaardsituatie. Kinderen zijn veel meer samen met hun ouders. Er hoeft niet gehaast te worden, er worden vaak veel leuke dingen gedaan. Het dagritme is anders. Als kinderen dan na enkele weken vakantie weer naar de opvang of school gaan, kan het voor sommige kinderen weer even wennen zijn.
Bij volwassenen zie je dat ook. Wanneer de vakantie is afgelopen moet de wekker toch ook weer worden gezet. Er komt weer haast bij, we moeten naar ons werk of de sport of naar andere verplichtingen. Er komen weer bepaalde verwachtingen bij kijken. Als volwassene weet je echter wat je kunt verwachten en je bereidt je hier van tevoren zelf mentaal op voor.
Ook kinderen kunnen zich mentaal voorbereiden op verandering. Door als ouder of verzorger veel te communiceren over wat er gaat gebeuren, weten kinderen wat ze kunnen verwachten. Dit geldt ook voor baby’s. Ondanks dat baby’s nog niet kunnen praten, begrijpen ze meer dan we denken. Ze hebben ook veel behoefte aan voorspelbaarheid en voelen het aan als ouders rustig of gespannen zijn.
Uiteraard hebben we enkele tips om kinderen te begeleiden bij veranderingen.
Positieve communicatie helpt bij het voorbereiden op een nieuwe situatie.
Je zou kunnen zeggen: “Ja, ik snap dat je niet naar de opvang wil.. Maar ja, ik moet ook weer werken”.
Maar je kunt ook zeggen: “Yes, morgen mag je weer met alle kinderen spelen! Met je vrienden en vriendinnen, misschien wel in de grote tuin!”
Een blije boodschap maakt dat kinderen op een positieve manier naar de nieuwe situatie gaan kijken. Ze voelen je enthousiasme en nemen dit van je over.
Naast positieve communicatie, kun je kinderen ook voorbereidende momenten aanbieden. Zo kun je langs de opvang of langs de school fietsen, zwaaien en roepen: “tot volgende week!”.
Of je kijkt samen foto’s terug in het Bink-ouderportaal.
Als je kinderen weer naar school gaan, kun je met hen vast hun tas en kleren klaarleggen voor de eerste schooldag. Zo worden kinderen ook visueel gestimuleerd om na te denken over de verandering, voordat de verandering plaatsvindt.
Het kan zijn dat kinderen tijdens het voorbereiden verdrietig worden en al aangeven niet te willen gaan. Het is goed als kinderen hun emoties uiten. Ze verwerken wat er komen gaat en je kunt er tijdens het voorbereiden meer tijd voor nemen dan wanneer het moment van afscheid nemen daar is.
Een goede voorbereiding zal niet wegnemen dat sommige kinderen het alsnog moeilijk vinden om afscheid te nemen. Maar een goede voorbereiding draagt wel bij aan het gevoel van veiligheid en vertrouwen van kinderen. Hiermee bied je ze de best mogelijke start waardoor ze snel (weer) gewend zijn en zich kunnen richten op spelen en ontwikkelen.